De KiVa-methode gaat uit van de kracht van de groep: alle kinderen in de groep zijn verantwoordelijk voor het welzijn van alle andere kinderen in de groep. Mocht een kind zich toch niet goed voelen op school, dan formeren we rond dat kind een steungroep. Deze groep bestaat uit kinderen, die het kind bijstaan en elke dag positief benaderen. Na een week volgt er een evaluatie en wordt , indien nodig, deze periode met een week verlengd. De ervaring leert dat na een week het kind in kwestie zich een stuk beter voelt en dat de andere kinderen zich bewust zijn om nog beter met elkaar om te gaan.
KiVa bestaat uit een aantal lessen voor de onder-, midden- en bovenbouw. In de lessen wordt ingegaan op hoe kinderen zo goed mogelijk met anderen kunnen omgaan en de leren de kinderen onder andere signalen (lichaamshouding, taalgebruik) herkennen. Daarnaast is KiVa ook een anti-pestmethode en wordt met de KiVa-regels duidelijk stelling genomen tegen pesten. De Gouden Weken aan de start van het schooljaar staan ook in het teken van de KiVa-regels.
De regels zijn als volgt:
-
We doen aardig tegen elkaar en behandelen elkaar met respect
-
We maken er samen een fijne groep van
-
We praten met elkaar en gebruiken daarbij ik-taal
-
We willen dat pesten stopt
-
We willen dat ook verborgen pesten stopt
-
We houden er rekening mee dat pesten heel lang pijn doet
-
We zeggen tegen pesters: stop ermee
-
We helpen gepeste kinderen
-
We lossen pesten als groep op
-
We blijven ons houden aan deze KiVa-regels.
Naast de lessen en speelse werkvormen bestaat KiVa ook uit een computerspel en worden de bevindingen van de kinderen op sociaal-emotioneel gebied tweemaal per jaar gemeten via digitale vragenlijsten. De leerkracht ontvangt een uitgebreide rapportage en kan aan de hand hiervan bepaalde zaken aan de orde stellen in de KiVa-les.
KiVa-leerkracht is Mark Merkus.
